De oostelijke gorilla (Gorilla beringei) is de grootste levende primaat. Het is een ernstig bedreigde soort die onderverdeeld is in twee ondersoorten: de berggorilla en de oostelijke laaglandgorilla. Het zijn erg sociale dieren die veel in groepen leven. Dit doen ze voornamelijk, afhankelijk van de soort, in de bosgebieden in de laaglanden en de regenwouden in de bergen.
Inhoudsopgave
Verschillende soorten
In totaal bestaat de oostelijke gorilla uit twee ondersoorten. Eerst waren er drie ondersoorten, maar uit onderzoek bleek dat de twee oostelijke soorten toch hetzelfde zijn. Vandaag de dag is het dus onderverdeeld in deze twee soorten:
Berggorilla
De berggorilla is wat kleiner van formaat dan de laaglandgorilla. Het heeft een zwarte vacht met een blauwe ondertoon, maar is wel steviger gebouwd. Dit is ook wel nodig aangezien het in koudere temperaturen moet overleven. Deze soort heeft dan ook langere haren, kortere armen en zijn iets breder dan zijn verwant. Ze leven voornamelijk in de bergen op een hoogte van 2000 tot 4000 meter. De meeste van deze dieren zijn te vinden op de hellingen van de drie vulkanen: Karisimbi, Mikeno en Visoke.
Lees meer over de berggorilla.
Oostelijke Laaglandgorilla
De oostelijke laaglandgorilla, ook wel Grauer’s gorilla genoemd, komt voornamelijk voor in het oostelijke deel van de Democratische Republiek Congo. Het is het grootste levende primaat ter wereld. Het wordt ongeveer 1,20 tot 1,90 meter lang en heeft een gewicht tot 200 kilo. Het leeft voornamelijk in de laaggelegen tropische regenwouden. Hier leven ze voornamelijk in groepen tussen de 2 en 30 dieren.
Lees meer over de oostelijke laaglandgorilla.
Het uiterlijk
De oostelijke gorilla is een grote mensachtige aap. Het heeft een groot hoofd, een brede borst en lange armen. De neus is plat maar het heeft wel grote neusgaten. De vacht is meestal zwart maar heeft soms een bruine onderlaag. Daarnaast zie je dat de volwassen mannetjes naarmate ze ouder worden een zilverachtige rug krijgen. Daarom worden de oudere mannetjes ook wel zilverruggen genoemd. De oostelijke gorilla heeft op zijn gezicht, voeten, handen en borst geen haar. De mannetjes zijn groter en zwaarder dan de vrouwtjes. Zo zijn ze gemiddeld 1,7 meter hoog en wegen ze ongeveer 140 tot 200 kilo. De vrouwtjes zijn met een gemiddelde lengte van 1,5 meter wat kleiner en wegen ongeveer 90 tot 100 kilo.
Leefomgeving en het gedrag
De oostelijke gorilla’s zijn te vinden in verschillende regio’s. Zo leeft de laaglandgorilla voornamelijk in het oosten van Congo terwijl de andere soort voornamelijk in het Virunga gebergte voorkomt. Hier leven ze in de laaglanden en bergregenwouden.
De oostelijke gorilla is een dier dat overdag actief is. Ze leven voornamelijk in hechte familiegroepen die bestaan uit groepsgroottes van 35 gorilla’s. Het grootste gedeelte van de dag is het op zoek naar voedsel. In de avond zoeken ze een specifieke rustplaats. Hier zullen de jongen op de grond of in een boomnest slapen terwijl de volwassenen vooral op de grond slapen.
Wat eten oostelijke gorilla’s?
De oostelijke gorilla is grotendeels een herbivoor. Het haalt de voedingsstoffen die het nodig heeft voornamelijk uit bladeren, bloemen, boomschors en fruit. Wat ze precies eten is echt afhankelijk van hun leefomgeving. Zo eten veel dieren vaak fruit en bessen. Maar zijn er ook omgevingen waar ze echt puur van bladeren leven. Zo leven ze ook op verschillende hoogtes en zullen ze hier ook ander voedsel vinden. In sommige gevallen eten de dieren ook insecten. Dit doen ze eigenlijk alleen om hun voedingsstoffen aan te vullen als er weinig voeding aanwezig is. Daarom wordt het ook echt als een planteneter gezien. Naast de planten eten ze af en toe ook modder en stenen om zo de nodige mineralen binnen te krijgen.
Roofdieren en bedreigingen
De oostelijke gorilla heeft door zijn grootte weinig roofdieren die hun aanvallen. Daarnaast zullen andere dieren ook niet snel aanvallen als ze in grote groepen leven. Mochten ze verzwakt of alleen leven dan kan het nog weleens zijn dat luipaarden en krokodillen de oostelijke gorilla aanvallen. Vooral de baby’s kunnen een prooi worden. Maar ook hier geldt dat ze echt alleen moeten zijn, anders zullen de roofdieren niet snel aanvallen. Het grootste gevaar komt dus niet van de roofdieren.
In de omgevingen waar deze gorilla’s leven zijn veel dieren gevonden die doodgeschoten zijn. Dit komt niet alleen door de stroperij, maar ook de oorlogen die in deze gebieden zijn geweest. Daarnaast zorgen de klimaatveranderingen ervoor dat de omgevingen waar de dieren leven veranderen. Wanneer de oostelijke gorilla zich niet aan deze veranderingen aanpast zal het op den duur ook uitsterven. De boeren in de omgeving willen ook nog weleens de bossen in brand zetten om zo meer ruimte vrij te maken voor de landbouw. Door deze branden hebben de dieren nog minder leefomgeving wat uiteraard ook weer niet goed is voor het voortbestaan van dit dier.
Bedreigde diersoort
De oostelijke gorilla is op dit moment een bedreigde diersoort. Het heeft een IUCN van bedreigd en dat geeft duidelijk aan hoe de bedreigingen effect hebben op het voortbestaan van deze soort. Deze gorilla is in aantal flink aan het afnemen en loopt het risico om uit te sterven. Voornamelijk de berggorilla is in aantal flink gedaald. Uit onderzoek blijkt dat er minder dan 1000 soorten van over zijn. Van de oostelijke laaglandgorilla zijn er nog ongeveer 3000 wat maakt dat er nog 4000 oostelijke gorilla’s bestaan.
De oostelijke gorilla is in weinig dierentuinen te zien en het wordt ook bijna niet in gevangenschap gehouden. Hierdoor wordt het dier ook op deze manier niet beschermd. Het is dus extra belangrijk dat de leefomgevingen van het dier worden beschermd om zo het voortbestaan van deze dieren te garanderen. Om die reden wordt er ook alles aan gedaan om in ieder geval bij de nationale parken de dieren goed in de gaten te houden om zo een nog grotere daling te voorkomen.
Voortplanting
De dominante zilverrug in de groep is meestal ook degene die er met de vrouwtjes vandoor gaat. Door te brullen en op de borst te slaan laat hij zien dat hij de baas is. De voortplanting lijkt op veel gebieden op de mens. Zo duurt de draagtijd ook negen maanden en krijgen de dieren meestal Ć©Ć©n baby. Ze zijn niet gebonden aan een specifieke paartijd, maar kunnen het hele jaar door paren. Wanneer het vrouwtje een jong heeft gekregen blijft het meestal met hetzelfde mannetje paren. Samen met de jongen blijven ze dan ook in deze groep hangen.
Wanneer de jongen geboren zijn, zijn ze erg klein en blijven ze zich vastklampen aan de moeder. Pas op twee of driejarige leeftijd zullen ze loslaten. Vanaf dan leren ze ook hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. Wanneer de jongen oud genoeg zijn zullen ze in een groep vertrekken op zoek naar een andere groep om zo ook een partner te vinden. Vanaf 9 jaar zijn de dieren vruchtbaar en rond hun 11e jaar gaan ze zelf op pad. In het wild worden de dieren gemiddeld 35 jaar oud wat betekent dat ze ongeveer 2 tot 6 jongen kunnen krijgen.