De narwal (Monodon monoceros) is een middelgrote, Arctische tandwalvis die behoort tot de familie van de grondeldolfijnen (Monodontidae). Deze walvis leeft in de Arctische en Atlantische Oceaan rondom Canada, Groenland, Noorwegen en Rusland. Door hun bijzondere uitstraling worden ze ook wel de Eenhoorn van de zee genoemd. De mannetjes hebben namelijk een zwaardachtige spiraalvormige slagtand op hun voorhoofd. Deze is gemaakt van ivoor en is eigenlijk een tand uit de linkerbovenhoek. Deze slagtand kan maar liefst 3 meter lang worden en weegt ongeveer 10 kilo. De vrouwtjes worden ook geboren met deze kleine tanden. Maar alleen bij de mannetjes groeit het uit tot een grote slagtand.
Inhoudsopgave
Narwal weetjes
De narwal, in het Engels narwhal, is een warmbloedig zoogdier. Het heeft zuurstof nodig om te leven en kan ongeveer 90 jaar oud worden. Het grootste gedeelte van het jaar leven ze in scheuren van dichte pakijs. In tegenstelling tot andere walvissoorten verlaten ze de Arctische wateren niet. Wel verplaatsen ze zich jaarlijks naar overwinteringsgebieden en diepe wateren. Zo voorkomen ze dat ze vast komen te zitten tussen het ijs en hebben ze genoeg voedsel om te overleven.
De narwal behoort tot de diepst duikende dieren ter wereld. Ze kunnen tot maar liefst 1,8 kilometer diep duiken zonder adem te halen. Dit houden ze ongeveer 25 minuten vol, daarna zullen ze weer adem moeten halen. Ze doen dit verticaal zodat ze hun snelheid optimaal kunnen inzetten en zo ook sneller op hun bestemming zijn. Uit onderzoek is gebleken dat ze dit maar liefst 10 tot 25 keer per dag doen om zo ook hun dagelijkse voeding binnen te krijgen. Doordat hun ribbenkast zo gebouwd is dat het zonder schade kan samendrukken, hebben ze geen problemen om tot zulke dieptes te kunnen gaan.
Het uiterlijk
De narwal is een nauw verwant aan de witte dolfijn. Net als deze is het wit van kleur. Daarnaast heeft het grijze, zwarte spikkels op het hoofd, de rug en de vinnen. De vinnen zijn ongeveer 30 tot 40 cm lang en de staartvin ongeveer 100 tot 120 cm. Ze hebben geen rugvin, maar beschikken wel over een kleine rugplooi.
Narwal slagtand
De ivoren spiraalvormige slagtand van de narwal is een indrukwekkend instrument die voor meerdere doeleinden ingezet kan worden. Zo heeft het bijna 10 miljoen zenuwuiteinden waardoor het een uitstekend zintuig is dat informatie kan verzamelen over waterdruk, temperatuur en zoutgehalte.
De slagtand, die ook wel de naam narwal hoorn krijgt, ontstaat uit een hoektand dat daarna door de bovenlip naar buiten steekt. Een narwal heeft officieel twee slagtanden, maar meestal zal er maar één op deze manier uitgroeien. In zeldzame gevallen komt er ook een tweede slagtand bij. Waarom deze dieren één hoorn hebben is helaas nog niet bekend. Men vermoedt dat het te maken heeft met het paringsritueel. Ze slaan hun slagtanden namelijk net als een stier tegen elkaar om zo dominantie te tonen. Daarnaast is het bekend dat hij het gebruikt om de vis hiermee kort te slaan om het zo makkelijker op te eten. Het lijkt erop dat ze hierdoor de dieren verdoven. Dit gedrag kun je heel goed zien in het onderstaande filmpje:
Voortplanting
Het broedseizoen van de narwal ligt tussen maart en mei. De mannetjes trekken de aandacht door hun slagtand en houden rivalen op een afstand. Ze kunnen in deze tijd meerdere vrouwtjes bevruchten. Zodra het vrouwtje zwanger is worden de kalfjes na 15 maanden geboren. Per keer worden er één of twee kalveren geboren. Deze drinken één à twee jaar moedermelk bij de moeder voordat ze op de vaste voeding overgaan. In deze tijd wordt het door de moeder en de groep beschermd en krijgt het ook belangrijke levenslessen mee. De vrouwtjes worden om de twee a drie jaar zwanger.
De narwal kan in het wild relatief lang leven. Zo ligt de levensverwachting tussen de 50 en 90 jaar afhankelijk van de gevaren die op hun pad komen. Behoorlijk lang dus, zeker in vergelijking met andere dieren. Doordat de dieren zo ver in het noorden leven, zijn ze moeilijk te bestuderen. Je moet eerst flink zoeken wil je ze tegenkomen en dat doe je dan in de koudste en meest afgelegen delen van de oceaan. Daarom is er ook nog maar relatief weinig over de dieren bekend. Toch komt hier elk jaar steeds meer verandering in door de nieuwe technieken. Om in deze extreme kou te kunnen overleven, hebben ze veel meer vet dan andere walvissen. Hun vetlaag is ongeveer 3 tot 4 centimeter dik.
Het dieet en roofdieren
De narwal is best wel gevarieerd in zijn dieet. Zo eet het inktvissen, garnalen, kabeljauw en andere vissoorten. Dit is wel echt afhankelijk van het seizoen. Zo kan het er ook voor kiezen om wat minder te eten en van zijn vetopslag te leven. Voor de winter zal hij zijn vetpercentage dan weer omhoog brengen om zo in de koude temperaturen te overleven. Doordat ze vrijwel geen tanden hebben zuigen ze hun prooi op. Deze slikken ze daarna heel door om hun voeding binnen te krijgen.
Door de grootte van het dier zijn er weinig roofdieren die op de narwal jagen. Wanneer ze diep in het water zijn, zijn de grootste gevaren orka’s en haaien. Wanneer ze in de ijsgebieden zijn en adem proberen te halen kunnen ook ijsberen en walrussen een gevaar worden. Om te voorkomen dat ze aangevallen worden reizen ze altijd in grote groepen. Het grootste gevaar is al jaren de mens. Het vlees is namelijk een goede vitamine C bron en ook de huid is goed voor vele zaken. Daarnaast heeft het ook een grote rol gespeeld in de culturen van de Inuit, Vikingen, Schotten en Engelsen. Zij geloofden onder andere in de geneeswijze die de slagtanden hadden. Zo maakte de Vikingen van de slagtanden bekers omdat ze geloofden dat dit gif kon stoppen. Vandaag de dag is deze geschiedenis natuurlijk iets minder sterk aanwezig. Maar het blijft wel zo dat deze cultuur in een aantal gebieden is blijven hangen en hier de jacht op de dieren ook nog steeds aanwezig is.
Jacht op de Narwal
De jacht op narwallen is in Canada en groenland legaal. Dit komt door de tradities, maar helpt zeker ook om deze gemeenschappen te ondersteunen. De Canadese Inuit en de Groenlandse jagers kunnen alleen niet meer volop jagen. Sinds 2004 is er een quota om de jacht op de narwal te limiteren. Dit is een grote inkomstenbron voor deze omgeving en kunnen ze dus ook niet zomaar laten varen. Elk jaar worden er ongeveer 1000 narwallen gevangen. Qua populatie heeft dit niet heel veel effect. Er zijn ongeveer 123.000 narwallen over de gehele wereld. Dit maakt dat de IUCN status ook op niet bedreigd staat.
Bij de jacht is niet alleen het voedsel belangrijk. Ook de slagtanden van dit dier zijn erg populair. Zo wordt er door verzamelaars soms maar liefst 12000 euro geboden. Zo heeft ook koningin Elizabeth 1 dit bedrag voor deze tand betaald, wat nu uit zou komen op een bedrag van ongeveer 2 miljoen euro. Deze slagtand staat nu bij de kroonjuwelen.
De narwal reist meestal niet alleen. Vaak zie je 15 tot 20 walvissen bij elkaar die allemaal bij elkaar blijven. Zodra ze andere groepen tegenkomen kan het zijn dat ze ook hier samen mee verder reizen. Zo is het mogelijk dat er honderden bij elkaar zitten.